Voeding en Behoud: Metabolieten als Biomarkers bij Europese Konijnen

Inleiding

De Europese wilde konijnenpopulatie (Oryctolagus cuniculus) is de afgelopen decennia sterk afgenomen, wat heeft geleid tot een “bedreigd” status op de Rode Lijst van de IUCN. Als prooidier en landschapsvormende soort speelt het konijn een onmisbare rol in het ecosysteem van het Middellandse Zeegebied. Eén van de sleutelfactoren voor het succes van wilde konijnen is hun voedselvoorziening. Tekorten of verstoringen in die voorziening hebben direct invloed op hun overleving en voortplanting.

In deze studie onderzochten Spaanse wetenschappers of bepaalde stoffen in het bloed van wilde konijnen gebruikt kunnen worden als zogeheten “biomarkers” voor recente voedselinname. Zulke biomarkers kunnen in de praktijk helpen om populaties beter te monitoren en gericht te ondersteunen in beschermingsprogramma’s.


Onderzoeksmethode

Het onderzoek werd uitgevoerd in een mediterraan leefgebied waar 99 wilde Europese konijnen werden gevangen. Bij elk dier werd zowel de maaginhoud gewogen als een bloedmonster afgenomen. Op basis van de verhouding tussen maaginhoud en lichaamsgewicht werden de konijnen in twee groepen ingedeeld:

  1. Konijnen met lage voedselinname,

  2. Konijnen met normale voedselinname.

De bloedmonsters werden vervolgens onderzocht op zes verschillende voedingsgerelateerde stoffen (metabolieten):

  • Glucose

  • Niet-veresterde vetzuren (NEFA)

  • Plasmatisch ureumstikstof (PUN)

  • Albumine

  • Glutamaat

  • Totale eiwitten

Door deze gegevens te vergelijken tussen de twee groepen, wilden de onderzoekers achterhalen welke bloedwaarden duidelijke aanwijzingen geven over recente voedselinname.


Resultaten en bevindingen

1. Glucose stijgt bij voedselschaarste

Bij konijnen met een lage voedselinname was het glucosegehalte in het bloed gemiddeld 82% hoger dan bij konijnen met een normale voedselinname. Deze sterke stijging wijst op een natuurlijke reactie van het lichaam om via zogenaamde “gluconeogenese” (de aanmaak van glucose uit andere stoffen) voldoende energie beschikbaar te houden.

2. Minder vetzuren in het bloed

De concentratie van niet-veresterde vetzuren (NEFA) was 61% lager bij konijnen die weinig voedsel in hun maag hadden. Dat zou kunnen betekenen dat ze hun vetreserves actiever gebruiken of dat ze minder vetten beschikbaar hebben vanwege een langere periode zonder voedsel.

3. Sterk verhoogd ureumstikstof

Een opvallende bevinding was dat het ureumstikstof (PUN) in het bloed bij de ‘hongerige’ konijnen met maar liefst 139% toenam. Dit suggereert dat het lichaam in zulke situaties meer lichaamseiwitten afbreekt als energiebron, waarbij stikstof vrijkomt dat via de nieren wordt afgevoerd.

4. Overige bloedwaarden

De niveaus van albumine, glutamaat en totale eiwitten verschilden niet significant tussen de twee groepen. Toch bleken deze waarden individueel behoorlijk te variëren tussen konijnen, wat erop wijst dat ze mogelijk wel iets zeggen over het algemene voedingspatroon op langere termijn.


Toepassing in natuurbescherming

De onderzoekers concluderen dat vooral glucose, NEFA en PUN geschikt zijn als praktische biomarkers om te bepalen of een konijn recent voldoende heeft gegeten. Dit is waardevolle informatie voor natuurbeschermers en ecologen die wilde konijnenpopulaties beheren.

Bijvoorbeeld:

  • In droge zomers of na verstoring van het leefgebied kan bloedonderzoek snel aantonen of een populatie voedselschaarste ervaart.

  • Als blijkt dat meerdere konijnen in een gebied te weinig voedsel binnenkrijgen, kunnen beschermingsmaatregelen worden genomen zoals bijvoederen of herinrichting van het leefgebied.

Daarnaast dragen deze inzichten ook bij aan ons begrip van de fysiologie van wilde konijnen: hoe gaan ze om met voedselschaarste? Hoe snel schakelen hun systemen over op energiereserves? En welke bloedwaarden vertellen ons iets over hun conditie?


Wat betekent dit voor konijneneigenaren?

Hoewel deze studie zich richt op wilde konijnen, kunnen de resultaten ook interessant zijn voor huisdiereigenaren. Als een konijn om wat voor reden dan ook minder eet, kunnen dezelfde processen optreden: stijging van glucose, verlaging van vetzuren, en verhoogd ureum. Dit laat zien hoe belangrijk het is om tijdig in te grijpen bij verminderde eetlust — het lichaam schakelt snel over naar stressvolle aanpassingen.


Bronvermelding

Dit artikel is gebaseerd op het volgende wetenschappelijke onderzoek:

González-Redondo, P., Romero-Guzmán, F. J., & Rebollar, P. G. (2022). Nutritional Metabolites as Biomarkers of Previous Feed Intake in European Rabbit (Oryctolagus cuniculus): Applications on Conservation. Animals, 12(19), 2608.

Volledige tekst