Veranderingen in de darmflora bij konijnen met gasbuik (RGIS)

Inleiding
Gasbuik, ook wel bekend als Rabbit Gastrointestinal Stasis (RGIS), is een veelvoorkomende aandoening bij tamme konijnen waarbij de spijsvertering vertraagt of geheel stopt. Dit leidt tot een ophoping van voedsel, gas en bacteriën in het maag-darmkanaal. Het doel van dit onderzoek was om de invloed van RGIS op de samenstelling van de darmflora van konijnen te bestuderen. De onderzoekers vergeleken de fecale microbiota van zieke konijnen met die van gezonde konijnen om te bepalen welke micro-organismen een rol spelen bij deze aandoening.

Onderzoek
In het onderzoek werden fecale monsters verzameld van twee groepen konijnen: 22 konijnen met RGIS en 21 gezonde konijnen. Bij de zieke konijnen werden monsters genomen tijdens de behandeling en herstelperiode. Alle konijnen waren gezelschapsdieren. De monsters werden geanalyseerd met behulp van 16S rRNA-genamplificatie voor bacteriën en 18S rRNA-genamplificatie voor eukaryoten. Deze technieken maken het mogelijk om de samenstelling van de darmflora nauwkeurig te bepalen.

Resultaten
De resultaten toonden duidelijke verschillen tussen de microbiota van konijnen met RGIS en gezonde konijnen. Twee bacteriële geslachten kwamen in grotere hoeveelheden voor bij konijnen met RGIS: Clostridium sensu stricto 1 en een niet-geclassificeerd geslacht binnen de familie Enterobacteriaceae. Deze bacteriën werden vaker en in hogere aantallen aangetroffen bij de zieke dieren.

Daarentegen kwamen vijf andere bacteriële geslachten juist vaker voor bij de gezonde konijnen. Hoewel de specifieke namen van deze geslachten niet in het samenvattende overzicht genoemd werden, wijzen de onderzoekers erop dat hun aanwezigheid kenmerkend is voor een stabiele en gezonde darmflora.

Wat betreft de eukaryotische micro-organismen (zoals gisten), werd Cyniclomyces guttulatus aangetroffen bij vrijwel alle konijnen, zowel gezond als ziek. Deze gist was dominant binnen de eukaryotische groep en vertoonde geen duidelijke relatie met de ziekte-status van het dier. Dit wijst erop dat deze gist mogelijk een normale bewoner is van het konijnendarmkanaal en geen directe rol speelt bij RGIS.

Conclusie
Het onderzoek laat zien dat RGIS bij konijnen gepaard gaat met veranderingen in de samenstelling van de bacteriële darmflora. Bepaalde bacteriën zijn nadrukkelijker aanwezig bij konijnen met deze aandoening, terwijl andere juist lijken te verdwijnen. De veranderingen wijzen op een verstoring van het microbieel evenwicht, ook wel dysbiose genoemd. Deze dysbiose kan een rol spelen bij het ontstaan of het verloop van gasbuik. Hoewel het onderzoek niet aantoont of de veranderde microbiota de oorzaak of het gevolg is van RGIS, biedt het waardevolle aanknopingspunten voor verdere studie. Toekomstig onderzoek kan helpen om beter te begrijpen hoe deze bacteriën bijdragen aan het ziekteproces, en hoe behandelingen gericht op de darmflora de gezondheid van konijnen kunnen ondersteunen.

Bronvermelding:
Rahic-Seggerman, F. M., Iske, C., Graham, J., Furst, N., Schmitz-Esser, S., & Kohles, M. R. (2025). Effect of rabbit gastrointestinal stasis (RGIS) on the fecal microbiota of pet rabbits (Oryctolagus cuniculus). PLOS ONE, 20(2), e0318810. Link naar artikel