Inleiding
Konijnen zijn van nature grazende dieren die een groot deel van hun dag besteden aan het zoeken naar voedsel. In het wild doen ze dit op begroeide terreinen, waarbij ze selectief bepaalde planten en grassen kiezen. Gedomesticeerde konijnen krijgen vaak geen toegang tot natuurlijke omgevingen, waardoor hun natuurlijke gedrag mogelijk onderdrukt wordt. Het doel van dit onderzoek was om te beoordelen hoe jonge konijnen zich gedragen als ze toegang krijgen tot een buitenverblijf met gras en hoe lang die toegang moet duren om hun natuurlijke gedragingen volledig tot uiting te laten komen. Ook werd onderzocht of verrijking van de leefomgeving invloed heeft op hun graas- en ruimtegebruik, welzijn en groei.
Onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd met jonge, net gespeende konijnen. De dieren werden verdeeld over groepen met verschillende omstandigheden:
-
Sommige konijnen kregen helemaal geen toegang tot een buitenruimte.
-
Andere groepen kregen dagelijks 2 of 6 uur toegang tot een buitenverblijf met gras.
-
Daarnaast werd bij sommige groepen binnen het verblijf verrijking toegevoegd, zoals kartonnen dozen of platforms.
De onderzoekers observeerden het gedrag van de konijnen gedurende drie weken, met specifieke aandacht voor:
-
Tijdsbesteding in de buitenruimte
-
Gebruik van begroeide versus kale zones
-
Graasgedrag en foerageren
-
Lichaamsconditie en eventuele verwondingen
-
Groei en gewichtstoename
Resultaten
De resultaten toonden een duidelijk verband tussen de duur van de toegang tot het grasveld en het natuurlijke graasgedrag van de konijnen:
-
Konijnen met 6 uur toegang tot buiten graasden het meest intensief. Ze besteedden gemiddeld 25,9% van hun tijd aan grazen, wat neerkomt op ongeveer 6,5 uur per dag.
-
Dieren met slechts 2 uur toegang brachten minder tijd door met grazen, simpelweg omdat ze minder gelegenheid hadden.
-
Konijnen die geen toegang kregen tot het grasveld, vertoonden aanzienlijk minder foerageergedrag.
-
Binnen de buitenruimte verkozen de dieren duidelijk de stukken met gras boven kale zones. Ze kozen hun graasplekken zorgvuldig uit, wat duidt op selectief eetgedrag.
-
De duur van buiten zijn had een grotere invloed op gedrag dan de aanwezigheid van omgevingsverrijking. Konijnen die slechts binnen bleven, zelfs met verrijking, toonden minder natuurlijk gedrag dan konijnen met toegang tot gras.
-
Op het gebied van gezondheid en groei waren er geen negatieve effecten van de toegang tot buiten. De konijnen groeiden normaal, en er werden geen verhoogde gezondheidsrisico’s vastgesteld. Sommige dieren met toegang tot buiten lieten zelfs iets meer spierontwikkeling zien, vermoedelijk door de toegenomen beweging.
Conclusie
Het onderzoek toont aan dat jonge konijnen, wanneer ze toegang krijgen tot een natuurlijke buitenomgeving, een groot deel van hun tijd besteden aan grazen en voedsel zoeken. Dit gedrag is selectief van aard: de dieren kiezen bewust bepaalde plekken en planten om te eten, net zoals wilde konijnen dat doen. Deze uitkomst onderstreept het belang van een leefomgeving waarin konijnen natuurlijk gedrag kunnen vertonen.
Het aanbieden van dagelijks toegang tot grasrijke buitenruimtes – idealiter voor meerdere uren per dag – blijkt essentieel voor het bevorderen van welzijn en natuurlijk gedrag. Konijnen met langere toegang vertonen actiever en natuurlijker gedrag dan konijnen zonder toegang tot buiten. Omgevingsverrijking binnenshuis bleek daarbij van minder belang dan de mogelijkheid om te grazen in een natuurlijke buitenruimte.
De resultaten ondersteunen het idee dat ook gedomesticeerde konijnen gebaat zijn bij een omgeving die zo veel mogelijk aansluit op hun natuurlijke leefwijze. Voor dierverzorgers, eigenaren en professionals is dit waardevolle informatie die benadrukt hoe belangrijk het is om voldoende ruimte, variatie en toegang tot vers gras aan te bieden.
Bronvermelding:
Fetiveau, M., Savietto, D., Fillon, V., & Fortun-Lamothe, L. (2023). Effect of outdoor grazing-area access time and enrichment on space and pasture use, behaviour, health and growth traits of weaned rabbits. Animal, 17(3), 100724. Naar artikel