Inleiding
Megacolon is een aandoening waarbij de dikke darm van een konijn abnormaal groot en slap wordt. Hierdoor kunnen problemen ontstaan met de spijsvertering en het verwijderen van ontlasting. Dit kan leiden tot een opgeblazen buik, verminderde eetlust, gewichtsverlies en zelfs levensbedreigende situaties als het niet op tijd wordt herkend en behandeld. Hoewel het bij konijnen relatief zeldzaam is, komt het opvallend vaak voor bij dieren met een specifieke genetische achtergrond – vooral bij konijnen met een bepaald bontpatroon, zoals die van het ras ‘English Spot’. In dit onderzoek is gekeken naar de relatie tussen deze genetische aanleg en het ontstaan van megacolon.
Onderzoek
De onderzoekers wilden weten of konijnen met het zogenaamde “English Spot”-gen in dubbele vorm (dat wil zeggen dat ze het van beide ouders hebben geërfd) een grotere kans hebben op het krijgen van megacolon. Hiervoor onderzochten ze een groep albinokonijnen met verschillende genetische eigenschappen. Een deel van deze konijnen had het English Spot-gen in dubbele vorm (EnEn), terwijl andere dieren slechts één kopie van dit gen hadden (Enen).
De konijnen werden nauwkeurig gevolgd: hun groei, gezondheid, voedselopname en de ontwikkeling van hun spijsverteringskanaal werden onderzocht. Op het moment van slachten werden ook het gewicht van de darmen en de verhouding tussen darmgewicht en lichaamsgewicht gemeten. Ook werden fokresultaten bekeken en is gelet op symptomen die horen bij megacolon.
Resultaten
De resultaten waren duidelijk. Konijnen met het English Spot-gen in dubbele vorm (EnEn) bleken veel grotere en zwaardere darmen te hebben dan de andere konijnen. Dat is een duidelijk kenmerk van megacolon. Bijvoorbeeld:
-
De darmen van deze konijnen wogen gemiddeld 16,5% van hun totale lichaamsgewicht. Bij konijnen met slechts één kopie van het gen (Enen) was dat maar 8,5%.
-
Als werd gekeken naar het gewicht van alleen het karkas (dus zonder ingewanden), dan was het verschil nog groter: 37% van het karkasgewicht bij EnEn-konijnen zat in de darmen, tegenover slechts 17% bij Enen-konijnen.
Daarnaast werden er ook in de praktijk aanwijzingen gevonden voor megacolon. Een van de onderzochte fokrammen met het EnEn-genotype bleek chronisch last te hebben van de aandoening. Het dier had een opgezwollen buik en problemen met de ontlasting – typische kenmerken van megacolon.
Conclusie
Dit onderzoek laat zien dat het megacolon-syndroom bij konijnen sterk verband houdt met een genetische aanleg, vooral bij dieren die het English Spot-gen van beide ouders hebben geërfd. Bij deze konijnen raakt de dikke darm uitgerekt en functioneert niet goed, wat kan leiden tot ernstige spijsverteringsproblemen.
Voor konijnenliefhebbers, fokkers en dierenartsen is het belangrijk om te weten dat het uiterlijk van een konijn – bijvoorbeeld een bepaalde vachttekening – iets kan zeggen over het risico op bepaalde erfelijke aandoeningen. Als je een konijn hebt met een English Spot-tekening of een kruising daarvan, is het verstandig om alert te zijn op symptomen zoals een bolle buik, afwijkende keutels of problemen met eten en poepen. Vroegtijdige herkenning en ondersteuning kunnen ernstige complicaties helpen voorkomen.
Ook voor fokkers is deze kennis van groot belang: het vermijden van het fokken met twee dragers van het English Spot-gen (om zo geen EnEn-nakomelingen te krijgen) kan bijdragen aan het verminderen van het risico op megacolon in toekomstige generaties konijnen.
Bronvermelding:
Wieberneit, D., & Wegner, W. (1995). Albino rabbits can suffer from megacolon-syndrome when they are homozygous for the “English Spot” gene (EnEn). World Rabbit Science, 3(1), 19–26.
Naar artikel