Latrinecommunicatie bij Europese konijnen: verschillen tussen stad en platteland

Inleiding

Europese konijnen (Oryctolagus cuniculus) communiceren met elkaar op manieren die voor mensen vaak verborgen blijven. Eén van de belangrijkste methoden die ze gebruiken is geurcommunicatie via latrines: kleine hoopjes keutels die bewust op specifieke plaatsen worden achtergelaten. Deze latrines zijn meer dan alleen afval: ze bevatten informatie over wie het konijn is, in welke groep het hoort, en wat zijn plek in het territorium is.

Een groep Duitse onderzoekers onderzocht in en rond Frankfurt am Main hoe dit latrinegedrag verandert tussen landelijke en stedelijke gebieden. Ze wilden weten of konijnen zich anders gedragen als ze in stadsparken leven in plaats van op open platteland. Het onderzoek biedt waardevolle inzichten in hoe flexibel en sociaal deze dieren zijn, en hoe ze zich aanpassen aan de moderne, menselijke leefomgeving.

Doel van het onderzoek

Het doel van de studie was om vast te stellen:

  • Hoe de locatie en het gebruik van latrines verschilt tussen stedelijke en landelijke gebieden.
  • Of konijnen latrines anders inzetten voor groepscommunicatie (core marking) versus territoriale afbakening (peripheral marking).
  • Wat de invloed is van menselijke verstoring op deze gedragsvorm.

De onderzoekers bekeken vijftien locaties langs een gradiënt van verstedelijking, variërend van open natuurgebieden tot stedelijke parken.

Latrines: sociale borden vol geur

Latrines bij konijnen bevinden zich doorgaans in de buurt van hun holen. In een sociale groep gebruiken de dieren deze plekken om hun aanwezigheid kenbaar te maken aan groepsgenoten. Dit wordt “core marking” genoemd. Het helpt bij groepscohesie en hiërarchie. Daarnaast gebruiken konijnen latrines verder van hun holen af om aan andere groepen duidelijk te maken: “dit is mijn territorium”. Dat wordt “peripheral marking” genoemd.

Belangrijkste bevindingen

  1. Verschil in locatie van latrines

In landelijke gebieden vonden de onderzoekers de meeste latrines dicht bij de konijnenholen. Dit wijst erop dat het gedrag vooral gericht is op communicatie binnen de eigen groep. In stedelijke gebieden lagen de latrines juist vaker verder van het hol af. Dat duidt op een verschuiving naar territoriale communicatie — waarschijnlijk omdat er in een stad meer concurrentie is om ruimte met andere groepen (of individuen).

  1. Latrines zijn groter in de stad

De onderzoekers maten de grootte van de latrines en ontdekten dat stedelijke konijnen grotere latrines aanleggen. Dat kan erop wijzen dat er in een drukke, stedelijke omgeving meer behoefte is aan duidelijke geurmarkering. Mogelijk is het ook een compensatie voor het feit dat andere signalen, zoals zicht- of geluidscommunicatie, in een drukke omgeving minder effectief zijn.

  1. Minder verse keutels in stedelijke gebieden

Opmerkelijk was dat in stedelijke gebieden minder verse keutels in de latrines werden gevonden. Dit suggereert dat de latrines minder vaak onderhouden worden. Een mogelijke verklaring is dat konijnen in stedelijke gebieden vaker worden gestoord — bijvoorbeeld door mensen, huisdieren of verkeer — waardoor ze minder tijd nemen voor het aanleggen of aanvullen van latrines.

  1. Meer krabsporen bij stedelijke latrines

Bij latrines in de stad werden vaker krabsporen aangetroffen. Dit gedrag dient waarschijnlijk om geurstoffen uit geurklieren te verspreiden. Het vaker voorkomen van dit gedrag in de stad zou erop kunnen wijzen dat konijnen daar intensiever hun territorium markeren.

Flexibiliteit in gedrag

Wat dit onderzoek vooral duidelijk maakt, is hoe flexibel het gedrag van konijnen is. Ze passen hun communicatie aan de omgeving aan: in rustige landelijke gebieden draait het meer om contact binnen de groep, terwijl het in de stad gaat om het behouden van territorium tussen groepen. Ze reageren dus actief op hun leefomgeving en maken daarin andere keuzes in gedrag.

Wat betekent dit voor konijneneigenaren?

Hoewel deze studie over wilde konijnen gaat, kunnen we hier ook iets van leren voor tamme konijnen. Konijnen hechten veel waarde aan geurmarkeringen en vaste plekken voor hun keutels. Dit is dus geen ‘rommel’, maar onderdeel van hun sociale gedrag. In huishoudens waar meerdere konijnen samenleven, kunnen vergelijkbare patronen ontstaan — bijvoorbeeld het delen van toiletplekken of juist afzondering. Het is goed om dit gedrag serieus te nemen en konijnen voldoende ruimte en rust te geven om hun natuurlijke gewoontes uit te voeren.

Bronvermelding

Ziege, M., Bierbach, D., Bischoff, S., et al. (2016). Importance of latrine communication in European rabbits shifts along a rural–to–urban gradient. BMC Ecology, 16(1), 29.
Volledige tekst beschikbaar via:
https://bmcecol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12898-016-0083-y