Identificatie van biomarkers voor aminozuurbalans in het dieet van groeiende konijnen

Inleiding

Het samenstellen van een uitgebalanceerd dieet voor groeiende konijnen is essentieel voor hun gezondheid, welzijn en groeiprestaties. Een belangrijk principe in de voedersamenstelling is het “ideale eiwit”-concept, waarbij het aminozuurprofiel in het voer zo is afgestemd dat het precies past bij de behoefte van het dier — zonder overmaat (wat kostbaar is en tot belasting van de stofwisseling leidt) of tekort (wat groei of gezondheid schaadt).

Om dit concept goed toe te passen, zijn meetbare indicatoren nodig die kunnen aantonen of het dieet de juiste balans heeft. In deze studie hebben onderzoekers gekeken naar het metaboloom — de verzameling van kleine moleculen in het bloed — van groeiende konijnen om biomarkers te vinden die aantonen of de verhouding van belangrijke aminozuren in het voer klopt.


Onderzoeksmethode

Het onderzoek bestond uit twee experimenten waarin de aminozuursamenstelling van het dieet werd aangepast.

  • Experiment 1 werd uitgevoerd op 24 konijnen van 56 dagen oud. Ze kregen twee diëten die alleen verschilden in lysinegehalte, een van de belangrijkste beperkende aminozuren.

  • Experiment 2 werd uitgevoerd op 53 konijnen van 46 dagen oud. Hier werd met vijf diëten gewerkt waarin de verhoudingen van lysine, methionine en threonine werden gevarieerd.

In beide experimenten werd bloed verzameld op een vast moment na voederopname. Daarna werd via metabolomics-analyse gekeken welke stoffen in het bloed veranderden als reactie op de samenstelling van het dieet.


Resultaten

Veranderingen in het bloedprofiel

Het metaboloom van de konijnen liet duidelijke veranderingen zien afhankelijk van de aminozuurbalans in het voer. Sommige metabolieten namen significant toe of af als er een tekort of overschot was aan lysine, methionine of threonine. Dat toont aan dat het lichaam van de konijnen sterk reageert op afwijkingen in het aminozuurprofiel.

Potentiële biomarkers geïdentificeerd

De volgende bloedstoffen kwamen naar voren als veelbelovende indicatoren:

  • Creatinine: Dit is een afvalproduct van spierstofwisseling. Bij een disbalans in aminozuren veranderde het creatininegehalte in het bloed.

  • Ureum (urea): Een klassiek marker voor stikstofmetabolisme. Hoge ureumwaarden duidden op een overmaat aan bepaalde aminozuren die werden afgebroken.

  • Hydroxypropionzuur: Een molecuul dat onder andere betrokken is bij energieproductie en de afbraak van aminozuren.

  • Hydroxyoctadecadieenzuur: Een afgeleide van vetzuren dat betrokken is bij ontstekings- en celmembranenprocessen.

Deze vier stoffen lieten in beide experimenten consistente reacties zien op de aminozuurbalans in het dieet, waardoor ze worden voorgesteld als nuttige biomarkers.


Belang van deze bevindingen

Het vinden van duidelijke, meetbare biomarkers helpt voedersamenstellers en konijnenfokkers bij het verbeteren van rantsoenen. In plaats van te vertrouwen op alleen groeiresultaten of voeropname, kan er via bloedanalyse direct worden gekeken of het lichaam optimaal gebruik maakt van de voedingsstoffen.

Dit onderzoek laat ook zien dat metabolomics — een techniek waarbij honderden moleculen tegelijk worden gemeten — goed toepasbaar is bij konijnenvoeding. Daarmee worden nauwkeurige aanpassingen in dieet mogelijk, afgestemd op de werkelijke behoefte van het dier.


Praktische relevantie

Voor voedersamenstellers betekent dit dat ze hun producten nauwkeuriger kunnen evalueren. Voor onderzoekers betekent het dat nieuwe studies over voeding en welzijn van konijnen kunnen worden ondersteund met directe fysiologische metingen. En voor fokkers of houders in praktijkomstandigheden biedt het een manier om voeding effectiever te monitoren, zeker bij gevoelige groepen zoals jonge of drachtige konijnen.


Conclusie

De studie toont overtuigend aan dat het metaboloom van konijnen gevoelig reageert op afwijkingen in de verhouding van essentiële aminozuren in het dieet. De vier geïdentificeerde metabolieten — creatinine, ureum, hydroxypropionzuur en hydroxyoctadecadieenzuur — kunnen dienen als biomarkers om de eiwitkwaliteit van konijnenvoer te beoordelen. Dit opent de deur naar efficiëntere, gezondere voedersamenstellingen en betere controle op voedingsstatus.


Bronvermelding

Dit artikel is gebaseerd op het volgende wetenschappelijke onderzoek:

Marín-García, P.J., Llobat, L., Cambra-López, M., Blas, E., Larsen, T., Pascual, J.J., & Hedemann, M.S. (2024). Biomarkers for ideal protein: rabbit diet metabolomics varying key amino acids. Communications Biology, 7, artikelnummer 712.
Geraadpleegd via:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC11164918/
DOI: https://doi.org/10.1038/s42003-024-06322-2