Effecten van verschillende huisvestingssystemen op het gedrag en angstniveau van konijnen

Inleiding:
Konijnen zijn sociale dieren die in hun natuurlijke omgeving vaak in groepen leven. Het is bekend dat dieren die alleen worden gehouden, meer stress ervaren en minder gelukkig zijn. Dit geldt ook voor konijnen, die vaak in een kooi worden gehouden zonder andere soortgenoten. Dit onderzoek richt zich op het effect van verschillende huisvestingssystemen op het angstniveau en het gedrag van opgroeiende konijnen. Het doel van het onderzoek was te onderzoeken hoe het gedrag van konijnen verandert afhankelijk van of ze alleen, met één ander konijn, of in een grotere groep worden gehouden.

Onderzoek:
In dit onderzoek werden 384 jonge konijnen (tussen de 27 en 75 dagen oud) verdeeld over drie verschillende huisvestingssystemen:

  1. 72 konijnen werden in individuele kooien geplaatst.

  2. 48 konijnen werden in kooien geplaatst waarin twee konijnen per kooi zaten.

  3. 24 konijnen werden in grotere kooien geplaatst met negen konijnen per kooi.

Het gedrag van de konijnen werd gemeten door middel van twee verschillende tests:

  • De tonic immobility test: In deze test werd het konijn tijdelijk omgekeerd en werd de duur gemeten dat het konijn stil bleef liggen. Dit wordt vaak gebruikt om het angstniveau van dieren te meten, aangezien dieren die zich veilig voelen minder snel stil blijven liggen.

  • De open-veld test: In deze test werden de konijnen in een open ruimte geplaatst en werd hun gedrag geobserveerd, zoals hoe lang ze in het midden van de ruimte bleven, hoeveel ze bewogen en hoe vaak ze interactie hadden met hun omgeving.

Daarnaast werden alle konijnen gedurende 24 uur gefilmd om hun gedragingen in de kooi te registreren. Het gedrag werd geanalyseerd met speciale aandacht voor sociale interactie, bewegingsvrijheid, en andere natuurlijke gedragingen zoals het verzorgen van elkaar (wassen) en het rennen.

Resultaten:
De resultaten van de verschillende tests gaven belangrijke inzichten in het effect van sociale interactie op het gedrag van konijnen:

  • Tonic immobility test:
    De konijnen die alleen werden gehouden, vertoonden de grootste angst. Ze bleven langer stil liggen (47,8 seconden) en hadden minder pogingen om zich te verplaatsen dan de konijnen die met andere konijnen waren gehuisvest. Konijnen die in kooien met één ander konijn zaten, vertoonden ook wat angst, maar minder dan de konijnen die alleen zaten. De konijnen die in grotere groepen waren geplaatst (met negen konijnen per kooi) vertoonden de minste angst en waren sneller actief.

  • Open-veld test:
    De konijnen die alleen of met één ander konijn in een kooi zaten, hadden veel minder bewegingsruimte en vertoonden veel minder activiteit. Ze hadden een hogere latentie om het midden van de ruimte te betreden (wat erop wijst dat ze meer tijd nodig hadden om zich op hun gemak te voelen) en verbleven vaker in de hoeken van de kooi, wat vaak een teken is van stress of onzekerheid. In vergelijking daarmee waren de konijnen in de grotere kooien (met negen konijnen) veel actiever en brachten ze meer tijd door in het midden van de ruimte, wat duidt op minder stress en meer comfort.

  • Gedragsobservatie:
    Uit de videoregistraties bleek dat konijnen die alleen of met één ander konijn waren gehuisvest, minder tijd besteedden aan natuurlijke gedragingen zoals allogrooming (elkaar verzorgen) en rennen. Dit gedrag is belangrijk voor het welzijn van konijnen, omdat het hen helpt om zich sociaal en fysiek gezond te voelen. Konijnen in grotere groepen hadden meer interactie met elkaar, renden meer en gaven meer tijd aan het verzorgen van elkaar. Dit kan wijzen op een gezondere en meer natuurlijke leefomgeving voor konijnen.

Conclusie:
Het onderzoek toont aan dat konijnen die alleen worden gehouden, het hoogste niveau van angst vertonen en beperkte gedragingen laten zien. Ze missen de gelegenheid om zich sociaal te gedragen, zoals rennen, spelen en elkaar verzorgen. Konijnen die met één ander konijn werden gehouden, vertoonden al een lager angstniveau en meer sociaal gedrag, maar hadden nog steeds niet de vrijheid en veiligheid van een grotere groep. Konijnen die in grotere groepen werden gehouden, vertoonden het minste angst en een breder scala aan gedragingen die kenmerkend zijn voor hun natuurlijke leefomgeving. Dit suggereert dat konijnen het beste gedijen wanneer ze de mogelijkheid hebben om in een groep te leven, waar ze sociaal contact kunnen hebben en hun natuurlijke gedragingen kunnen vertonen.

Bronvermelding:
Trocino, A., Majolini, D., Tazzoli, M., Filiou, E., & Xiccato, G. (2013). Housing of growing rabbits in individual, bicellular and collective cages: fear level and behavioural patterns. Animal, 7(4), 633–640. Volledige artikel